Topsectoren: van 2011 tot nu

Nederland verdient veel van zijn geld in het buitenland en dat betekent dat Nederlandse bedrijven internationaal actief en concurrerend moeten zijn. Innovatie en vernieuwing spelen een belangrijke rol bij het creëren en instappen op nieuwe markten. Ook maatschappelijke uitdagingen zoals zorg en gezondheid, klimaat en voldoende schoon water vragen om stevige oplossingen en veel samenwerking tussen bedrijven, kennisinstellingen en de overheid.

Waarom heeft Nederland topsectoren?

Van 2008 tot 2011 was er een wereldwijde financiële crisis. Het vertrouwen in de financiële sector nam af en Nederland kwam in een recessie terecht. Doordat het economisch slechter ging, werd er bezuinigd door de overheid, stelden bedrijven investeringen uit en kwam veel innovatie stil te liggen. De topsectoren werden opgericht om die innovatie en investeringen gezamenlijk in te richten en weer op gang te helpen.

In 2011 is daarom gestart met het vormen van de topsectoren.

Nederland is internationaal sterk vertegenwoordigd in deze sectoren. Bijvoorbeeld door de kennis die we binnen deze sectoren hebben opgebouwd, de kwaliteit van het wetenschappelijk onderzoek in Nederland of door de ontwikkeling van de beste producten en diensten.

Op de website www.bedrijvenbeleidinbeeld.nl zijn cijfers en economische analyses over de topsectoren en de missies terug te vinden.

Topsectoren: van 2011 tot nu

Wat doen topsectoren?

In de topsectoren werken vertegenwoordigers van bedrijven, wetenschap en de overheid samen aan ondersteuning van innovatie en het delen van kennis. De naam topsectoren verwijst naar het internationale aanzien van Nederlandse kennis en handel op het gebied van energie, water, voedselproductie, technologie, etc. Topsectoren bestaan uit een mix van grote bedrijven, mkb-bedrijven, start-ups en scale-ups. Ruim 90% van de topsectoren zijn innovatieve ondernemers uit het midden- en kleine bedrijven (mkb). 

Samengevat werken topsectoren aan:

  • Het versterken van de Nederlandse economie met innovaties;
  • Het vergroten van de innovatiekracht van Nederland;
  • Het vergroten van internationale handelskansen. De topsectoren zijn ambassadeur voor Nederlandse innovaties, bijvoorbeeld tijdens handelsmissies;
  • Oplossingen voor wereldwijde uitdagingen. Bijvoorbeeld aan klimaat, zorg, veiligheid, voldoende water en voedsel, waar veel vraag naar is;
  • Investeren gezamenlijk in toegepast wetenschappelijk en maatschappelijk onderzoek;
  • Een brede toepassing van innovaties (valorisatie) en creatie van nieuwe markten;
  • Het vergroten van Human Capital om experts en talenten te ontwikkelen, te boeien en te binden.

Hoe werkt dat in de praktijk? Kijk bijvoorbeeld naar topsector Water & Maritiem:

Door de groei van steden, bevolking en klimaatverandering, ontstaan op veel plekken in de wereld problemen met water. Er is teveel, te weinig of niet genoeg schoon water. Nederland heeft internationaal een goede naam opgebouwd met watermanagement en is sterk in het vinden van innovatieve en duurzame oplossingen. Bij topsector Water & Maritiem vergroten experts en innovatieve ondernemers kennis op het gebied van water-, delta- en maritieme technologie. Met deze unieke kennis ontwikkelen zij innovaties en oplossingen die in Nederland en in het buitenland worden ingezet.

Van topsectoren naar missies

In 2019 is de topsectorenaanpak verder ontwikkeld naar een missiegedreven topsectoren- en innovatiebeleid. Zes ministeries dagen ondernemers en wetenschappers uit tot baanbrekende oplossingen die ook bijdragen aan de concurrentiekracht van Nederland. Het vergroten van economische kansen staat nog steeds centraal, maar wel door maatschappelijke uitdagingen op te lossen en te investeren in sleuteltechnologieën. Door ook start-ups, vernieuwende ondernemers en regio’s te betrekken, vergroot de draagkracht en de kans op succes.

Missies zijn ambitieuze, maar concrete doelen. Denk aan betaalbare en toegankelijke zorg voor iedereen, afval omzetten in waardevolle grondstoffen, duurzame voedselproductie, een klimaatbestendig, veilig en waterrobuust Nederland. Missies maken de specifieke behoefte aan onderzoek en innovaties concreter, maar gaan verder dan normaal beleid van de overheid. De meeste missies hebben een looptijd van 20 tot 30 jaar.

Wetenschappers kunnen missies gebruiken om nieuw onderzoek te starten naar ziektes, nieuwe technieken of data. Ondernemers kunnen deze kennis gebruiken voor ontwikkeling van concrete producten. Het is de bedoeling van de overheid om het ontwikkelen van baanbrekende innovaties makkelijker te maken en de tijd tussen ontwikkeling en de markt in te korten. Het is de bedoeling dat deze oplossingen, innovaties en technologie wereldwijde maatschappelijke uitdagingen helpen oplossen. Andere landen hebben vaak dezelfde uitdagingen als wij en dat biedt nieuwe markten en exportkansen.

Doordat de topsectoren zich in de afgelopen jaren sterk georganiseerd hebben, weten zij elkaar snel te vinden. Tijdens de coronacrisis bleek dit extra waardevol om snel behoefte uit de zorg te koppelen aan Nederlandse productie. Topsectoren werken niet alleen, maar vooral ook met elkaar.

Ontwikkeling van sleuteltechnologieën

De missies liggen voor de komende jaren vast, maar de weg ernaartoe vaak nog niet. Sleuteltechnologieën spelen een belangrijke rol bij het realiseren van meerdere missies. Denk bijvoorbeeld aan smart farming, waarmee speciale sensoren nauwkeurig meten hoeveel water, voeding en licht nodig is om een gewas succesvol te laten groeien met zo min mogelijk verspilling. Lasertechnieken waarmee artsen hun patiënten zo precies mogelijk kunnen opereren met minder complicaties en sneller herstel. Smart industry met productierobots die ieder product op maat kunnen maken voor de scherpste prijs zonder verspilling. Sleuteltechnologieën zijn breed toepasbaar en doorslaggevend in elke sector om baanbrekende innovaties te creëren.

Ga voor meer informatie en uitleg over sleuteltechnologieën naar deze pagina.

Publiek-private samenwerking

Binnen de topsectoren werken overheid en kennisinstellingen (publiek) nauw samen met bedrijven (privaat) aan een gezamenlijk project. Vaak voor langere tijd. Dit wordt publiek-private samenwerking (PPS) genoemd. Het doel van publiek-private samenwerking is om samen een beter resultaat te bereiken. Minder risico voor de ondernemer en betere oplossingen met actuele expertise uit het bedrijfsleven.

Topconsortia voor Kennis en Innovatie (TKI)

Topsectoren hebben een of meerdere Topconsortia voor Kennis en Innovatie (TKIS’s).  Binnen een TKI zoeken ondernemers en wetenschappers naar manieren om vernieuwende producten en diensten naar de markt te brengen. Dat doen ze met fundamenteel onderzoek, industrieel onderzoek, experimentele ontwikkeling of een combinatie hiervan. Het TKI zorgt dat het netwerk wordt gevormd, dat kennis wordt gedeeld en dat er regie op de projecten zit.
 

Wetenschappelijk onderzoek

Met toegepast wetenschappelijk onderzoek worden nieuwe technologie en praktisch bruikbare producten, diensten en methoden ontwikkeld. Nederland heeft vijf, internationaal hoog aangeschreven kennisinstellingen voor toegepast onderzoek, ook bekend als de TO2 instellingen.

Toegepast wetenschappelijk onderzoek speelt een belangrijke rol in de ontwikkeling van kennis en innovatie. Door de kennis van kennisinstellingen (publiek) te koppelen aan de praktijk en toepassing van bedrijven (privaat) ontstaan nieuwe producten en diensten. Zonder die samenwerking duurt het langer om hetzelfde resultaat te bereiken. Als dat al lukt. Via de topsectoren kunnen ondernemers innovatiekansen onderzoeken en gebruik maken van de wetenschappelijke kennis in Nederland.

Toegepast onderzoek wordt op drie manieren ingezet:

  • Wetenschappers nemen initiatief voor een gezamenlijk onderzoek met kansen voor bedrijven en organisaties;
  • Wetenschappers koppelen hun onderzoeksvraag aan een topsector, roadmap of innovatie agenda;
  • Een bedrijf of samenwerkingsverband heeft zelf een onderzoeksvraag en investeert samen met wetenschappers in het onderzoek.

Innovatie financieren

Innovatie, digitalisering, ontwikkeling van nieuwe producten en diensten vragen om ondernemers met lef en pioniersgeest. Ondernemerschap staat daarom centraal bij alle topsectoren, maar daarvoor is ook voldoende financiering nodig. Het krijgen van de benodigde financiering is niet altijd vanzelfsprekend. Ondernemers kunnen via de topsectoren gebruik maken van diverse regelingen die innovatie en ondernemerschap bevorderen.

Ondernemers binnen de topsectoren kunnen gebruik maken van verschillende financiële regelingen:

  • Fiscale instrumenten, zoals verlaging van loonbelasting bij onderzoek en ontwikkeling (WBSO)
  • Financiering en garanties
  • Adviesdiensten

Drie belangrijke financiële regelingen die innovatie via topsectoren stimuleren:

  • PPS toeslag vergroot investeringen van bedrijven in onderzoek en ontwikkeling. Voor iedere euro die een bedrijf in onderzoek en ontwikkeling bij een kennisinstelling investeert, legt het ministerie van Economische Zaken en Klimaat er €0,30 bovenop. De toeslag moet het bedrijf gebruiken voor onderzoek en ontwikkeling.
  • WBSO is een fiscale regeling voor research & development waarmee een deel van de (loon)kosten en uitgaven van een R&D project worden vergoed. 
  • MKB-innovatiestimulering Regio en Topsectoren (MIT), waarmee innovatie bij midden- en kleinbedrijf over regiogrenzen heen wordt gestimuleerd. 

Meer informatie

  • Ondernemersplein:  alle ondernemerszaken, zoals vergunningen, subsidies, bedrijfsinformatie, tools en innovatie.
  • Subsidiewijzer RVO : alle subsidies en regelingen die open staan voor het indienen van een aanvraag. 
  • Volginnovatie.nl : overzicht van bedrijven die door het ministerie van EZK financieel zijn ondersteund.
  • Higherlevel.nl: een virtuele ontmoetingsplaats waar ondernemers en experts uit zowel de private als de publieke markt elkaar helpen.