Direct naar artikelinhoud
nieuwsonderzoeksgeld

Plan van wetenschapsfinancier en universiteiten moet jacht op onderzoeksgeld beteugelen

Jonge onderzoekers hoeven minder vaak beurzen aan te vragen, geld uit beurzen wordt minder belangrijk voor wetenschappelijke carrières, en mogelijk komt er zelfs een quotum voor het aantal beursaanvragen per universiteit. Met die voorstellen hopen wetenschapsfinancier NWO en de universiteiten de werkdruk die ontstaat door financieringsaanvragen te verlagen.

Onderzoekers van de Universiteit Utrecht aan het werk.Beeld Marcel van den Bergh / de Volkskrant

De afgelopen maanden kwam de zorg om de hoge werkdruk onder wetenschappers tot een climax. In december deed de universitaire actiegroep WOinActie bijvoorbeeld collectief aangifte bij de arbeidsinspectie (Inspectie SZW) voor de hoge werkdruk op universiteiten. Ook verstuurden wetenschappers een automatische ‘out of office’-reply waarin ze aankondigden dat de ontvanger langer op antwoord moest wachten, omdat ze tijdelijk niet meer overwerkten.

Dertig procent van de tijd

Dat wetenschappers voor geld afhankelijk zijn van beursaanvragen zorgt voor een groot deel van die werkdruk. In 2015 toonde onderzoek van de Volkskrant al aan dat wetenschappers tussen de tien en dertig procent van hun tijd kwijt zijn aan de zoektocht naar financiering. In de meeste gevallen blijkt dat verspilde moeite. De slagingskans van een aanvraag slingert zo rond de vijftien procent.

De huidige voorstellen moeten worden gezien als extra aanzet om de aanvraagdruk verder te verlagen, zegt Bart Pierik, woordvoerder van universiteitskoepel VSNU. ‘Dit zijn plannen op hoofdlijnen die de universiteiten moeten omzetten naar concreet beleid.’ Hij benadrukt dat dit plan is wat de universiteiten, binnen de huidige mogelijkheden, aan de druk kunnen doen. ‘Een andere methode is de hoeveelheid geld die de overheid voor wetenschap reserveert structureel te verhogen.’  

Andere carrièremogelijkheden

Zo wil men de carrières van wetenschappers bijvoorbeeld minder afhankelijk maken van beursaanvragen. Dat volgt op een eerder aangekondigd plan van de VSNU. Vorig jaar stelde de universiteitskoepel al dat universiteiten net zoveel carrièremogelijkheden moeten bieden aan mensen die uitblinken in bijvoorbeeld onderwijs of patiëntenzorg. 

‘We willen de beoordeling breder trekken dan alleen wetenschappelijke impact’, zegt Pierik. Waar zaken als citatiescores – hoe vaak een onderzoek door andere wetenschappers wordt aangehaald – en het aantal geslaagde beursaanvragen nu vaak nog bepalend zijn voor het verloop van een wetenschappelijke carrière, moet dat in de toekomst anders. Op die manier hopen VSNU en NWO ook het aantal aanvragen terug te dringen.

Patroon doorbreken

Minister Ingrid van Engelshoven (Onderwijs, Cultuur en Wetenschap) zegt in een reactie blij te zijn met de aangekondigde maatregelen die ‘het patroon doorbreken dat iedere wetenschapper aanvragen moet doen bij NWO om verder te komen in zijn of haar onderzoek. En ook dat zijn of haar carrière afhangt van het scoren van zoveel mogelijk publicaties in zo belangrijk mogelijke tijdschriften.  Uiteraard moet de uitvoering van de plannen zorgvuldig gebeuren zodat het wetenschappelijk personeel zich gesteund voelt.’

Belle Derks, voorzitter van De Jonge Akademie, is eveneens positief. Zij verwacht dat de plannen de aanvraagdruk inderdaad zullen laten dalen. ‘Hiermee pakt men vooral het ‘aanvragen om het aanvragen’ aan. Je ziet nu dat jonge onderzoekers zich vaak gedwongen voelen om aanvragen te doen, simpelweg omdat het goed staat op je cv. Het is tijd voor een cultuurverandering.’

Geen deadlines

Ook is Derks blij met het feit dat NWO nu aanvraagprocedures zonder deadlines wil introduceren. ‘Dan dien je een voorstel pas in wanneer je denkt dat het goed genoeg is, niet omdat het af moet’, zegt ze. Bovendien liggen veel deadlines nu na vakanties. ‘Dat heeft veel impact op jonge onderzoekers en hun families.’

VSNU en NWO overwegen daarnaast een aanvraagquotum per universiteit. Pierik: ‘We willen wel goed onderzoeken of de druk dan ook echt daalt.’ Derks ziet daarin een reëel risico. ‘De ene universiteit zal zoveel mogelijk voorstellen willen verzamelen en daarvan de beste selecteren. Dat verlaagt de aanvraagdruk voor wetenschappers niet. Andere universiteiten zullen onderzoekers intensiever gaan begeleiden, en samen met hen nadenken wanneer je wel, maar vooral ook niet, een aanvraag moet indienen. Dan daalt de aanvraagdruk wél. Wij gaan vanuit De Jonge Akademie in de gaten houden welke universiteiten dat goed aanpakken.’

‘Brevet van onvermogen’

Toch is niet iedereen enthousiast over de plannen.  Onderzoeker Remco Breuker (Universiteit Leiden), één van de trekkers van WOinActie, zegt niets in de plannen te zien. ‘Mijn persoonlijke mening is dat dit weer een brevet van onvermogen is van VSNU en NWO’, zegt hij. Volgens Breuker moet het roer juist radicaal om. ‘Wat mij betreft gaan alle beurzen eruit en wordt NWO drastisch verkleind. Elke wetenschapper in Nederland zou een vast bedrag voor onderzoek moeten krijgen. Jonge onderzoekers zonder vaste aanstelling zouden wel nog bij NWO kunnen aankloppen voor een tijdelijke beurs’, zegt hij. 

Volgens Breuker – die zelf onder meer onderzoek doet naar Noord-Korea – is het probleem met aanvraagdruk vooral in de hoek van de sociale wetenschappen en geesteswetenschappen nijpend. ‘Daar gaat nu minder dan tien procent van het geld heen. Dit plan biedt daarvoor geen oplossing.’