Niks meer missen?
Schrijf je in voor onze nieuwsbrief!
Foto: Daniël Rommens
actueel

‘Dit plan tegen aanvraagdruk doet precies wat niet moet’

Dirk Wolthekker,
15 januari 2020 - 06:32

De Nederlandse Organisatie voor Wetenschappelijk Onderzoek (NWO) en de Vereniging van Universiteiten (VSNU) gaan nog meer werk maken van de werkdrukverlaging van wetenschappers. Maar is het genoeg? Er kan nog wel een tandje bij, zegt socioloog Thijs Bol.

Net als we socioloog Thijs Bol spreken over de nieuwste plannen van NWO en VSNU valt de Nieuwsbrief van zijn faculteit in zijn mailbox. Groot nieuws: een UvA-psycholoog heeft een Rubicon-subsidie in de wacht gesleept. Zoveel is helder: de faculteit hecht er veel waarde aan dat deze subsidieaanvraag is gehonoreerd. ‘En dat is het natuurlijk ook,’ zegt Bol, die eerder onderzoek deed naar onderzoeksbeurzen. ‘Maar de manier waarop dit naar buiten toe wordt gecommuniceerd wekt de indruk dat er niet een beurs is toegekend, maar een prijs is gewonnen.’

Foto: Gerard van Hees (UvA)
Thijs Bol

Het is misschien een subtiel verschil, maar wel een verschil dat de kern van de zaak raakt: in de wetenschap hangt nog steeds een uiterst competitieve cultuur waar het winnen van de (liefst eerste) prijs van belang is. Gevolg: er worden vele aanvragen voor een van de wetenschapsbeurzen ingediend, waarvan ook nog het overgrote deel niet wordt gehonoreerd met gefrustreerde en afgewezen aanvragers tot gevolg.

 

Zo rond het jaar 2000 werd de Vernieuwingsimpuls van NWO gelanceerd en daarmee het beurzensysteem Veni-Vidi-Vici, veelal grote onderzoeksbeurzen die in de tonnen en zelfs miljoenen kunnen lopen. Bol: ‘In het begin werd rond 25 procent van de aanvragen gehonoreerd, maar dat is nu nog maar 10 procent. Bij de aanvragen in het kader van de Nationale Wetenschapsagenda gaat het zelfs nog maar om 5 procent dat wordt gehonoreerd. Geen wonder dat dit voor degenen die dat wel krijgen gepaard gaat met heel veel status.’

‘Men zoekt de oplossing alleen aan de kant van de aanvrager’

Inbeddingsgarantie

Gisteren kwamen NWO en de VSNU opnieuw met een plan om de werkdruk en in het bijzonder de werkdruk rond het aanvragen van wetenschapsbeurzen aan te pakken. Al eerder werden daarvoor plannen gelanceerd en ingevoerd, deels met succes, al is het nog niet voldoende. Bol: ‘Een paar jaar geleden werd de inbeddingsgarantie door NWO ingevoerd. Dat wil zeggen dat je alleen een Vidi-beurs bij NWO kan aanvragen als de universiteit in kwestie daarbij ook een vaste aanstelling geeft. Om het even bij de FMG te houden: hier is al enige tijd een vacaturestop. Het krijgen van een vaste aanstelling is dus lastig, wat het heel moeilijk maakt voor mensen met een tijdelijk contract om een Vidi aan te vragen.’

‘Onderzoek binnen de theoretische wis- of natuurkunde kost echt niet zo veel geld’

Aanvraagondersteuning

Om het aantal aanvragen te verminderen komen NWO en VSNU nu met het plan om meer in te zetten op aanvraagondersteuners: wetenschappers die andere wetenschappers behoeden voor een kansloze aanvraag en al in een vroeg stadium op de rem gaan staan: laat maar zitten die aanvraag. ‘Dat is precies wat niet moet,’ zegt Bol. ‘Men zoekt de oplossing alleen aan de kant van de aanvrager, terwijl de oplossing moet liggen aan de kant van de verstrekker van de beurzen, namelijk NWO. Die moet het aantal gehonoreerde aanvragen verhogen door het beschikbare geld over meer aanvragers te verdelen. De zak geld dus eerlijker verdelen. Dus meer, maar kleinere beurzen. Die draai zie ik NWO tot nu toe niet maken en dat zou wel moeten.’ Een andere mogelijkheid zou volgens hem kunnen zijn het beschikbare budget te verdelen over alle aanvragen die ‘goed genoeg’ zijn.

 

Bol begrijpt dat dat onderzoek in het ene wetenschapsveld met meer kosten gepaard gaat dan onderzoek in het andere wetenschapsveld, ‘maar nu wordt er wel erg gemakkelijk vanuit gegaan innovatie en kwaliteit alleen gewaarborgd is door een kleine groep onderzoekers veel geld te geven. Daar ben ik niet van overtuigd.’ Er wordt volgens hem te gemakkelijk vanuit gegaan dat alfa- en gammaonderzoek altijd minder materiaalkosten kennen en dus minder subsidies nodig hebben. Onzin. ‘Onderzoek binnen de theoretische wis- of natuurkunde kost echt niet zo veel geld.’